Vandaag (maandag 24 feb 2014) zat ik naar de afbraakwerken te kijken tegenover mijn appartement. Het oude gemeentehuis, waar ik overigens helemaal niet aan gehecht was, werd gesloopt. Helemaal opgaand in dit gebeuren, begreep ik de fascinatie van een kind voor Bob de Bouwer… én ineens had ik een intens gevoel van grondeloosheid zoals ik dat tijdens mijn diepste meditaties niet ‘voor elkaar krijg’.
Voor de meeste mensen klinkt grondeloosheid op zich nogal negatief maar Pema Chödrön is er wat mij betreft in geslaagd dit concept te herkaderen. Grondeloosheid verwijst naar een toestand waarin we volgens de Oosterse wijsheidstradities onze diepste essentie, onze ware natuur, onze Boeddha-natuur (‘our basic goodness’) ervaren: openheid, ongeconditioneerd en onbevooroordeeld, het ervaren van de puurheid van wat er is. En aangezien grondeloosheid gevuld is met positieve kwaliteiten zoals weidse openheid, onbegrensdheid en een buitengewoon potentieel, noemt zij dit “positieve grondeloosheid”. Dit zouden we kunnen ervaren als we mediteren. Maar dit is eigenlijk ook wat we ervaren als er bepaalde gebeurtenissen plaatsvinden in ons leven die alle grond onder onze voeten of bepaalde zekerheden weghalen, zoals een plots overlijden of een grote ramp zoals op 11 sept in New York. We komen dan bij onze essentie, we zien dat er echt niks is om aan vast te houden, geen bias, geen voorkeuren, geen enkele houvast. En ook al zijn we in dit soort omstandigheden vaak extra vriendelijk voor elkaar en voelen we meer verbinding, (we vallen terug op onze ‘basic goodness’), toch ervaren we dit in de meeste gevallen niet als iets positiefs, integendeel, al snel wordt het beangstigend dat we datgene wat we vanzelfsprekend vonden, niet meer hebben, of dat we geen referentiepunt meer hebben of een visie waar we aan vast kunnen klampen.
Wat is onze natuurlijke reflex wanneer we grondeloosheid ervaren? grond zoeken, zekerheden zoeken. Dit doen we eigenlijk heel ons leven lang. Alles wat onze identiteit kan bevestigen, wat houvast kan bieden, doet dienst, van grote tot kleine dingen: een goeie job, een huis, een gezin, geld, auto, kennis, spiritualiteit, aandacht of zelfs bepaalde overtuigingen … noem maar op. Je kan alles gebruiken om je zekerheid op te bouwen.
Ik heb ook al veel ‘zekerheden’ gekend en gezocht in mijn leven…
Dat sommige dingen alleen in de film gebeuren, dat was een zekerheid. Dat er nooit slecht nieuws was in mijn eigen familie en dat niemand onverwacht of vrijwillig zou sterven dat was een zekerheid. Dat ik ooit, later ‘als ik groot zou zijn’, een man, een eigen familie, een huis met tuin zou hebben dat was een zekerheid. Dat bepaalde dingen mij nooit zouden overkomen, dat was een zekerheid. Dat die bepaalde man, zeker nooit uit mijn leven zou verdwijnen, dat we altijd vrienden zouden blijven, dat was een zekerheid. Of nog enkelen: dat stabiele relaties rust brengen, dat een eigen huis nodig is om je ergens thuis te voelen, etc…
Wel, het is nu later en sommige dingen gebeuren niet alleen in de film, sommige mensen sterven wel veel te jong en onverwacht en ik heb geen gezin, geen eigen huis. Er zijn dingen in mijn leven gebeurd die ze in de meest soapachtige soap nooit had kunnen bedenken. En met die man heb ik geen contact meer, ook niet vriendschappelijk.
En dan vandaag, nadat ik net gehoord had van een gaslek met mogelijk ontploffingsgevaar en het “geluk dat ik gehad heb”… en nadat ik niets gehoord had van iemand wiens contact ik weer als een zekerheid had beschouwd… en dus vandaag, nadat een enorm gevoel van tijdelijkheid en feilbaarheid mij bekroop… ja dus, vandaag, na al dit en terwijl ik die mannen met hun gele helmen bezig zag, overviel mij ineens dit immense gevoel van grondeloosheid.
“Trying to be happy by accumulating possessions is like trying to satisfy hunger by taping sandwiches all over my body.” Corless, Robert J.
Vorige week vroeg iemand aan mij of ik gelukkig was en ik kon met heel veel ‘zekerheid’ zeggen dat ik heel gelukkig ben. En ik was zelf verrast dat ik dit zo vlot zei terwijl me altijd geleerd was dat dit niet de ideale omstandigheden zijn waarin een mens gelukkig kan zijn (een mens is toch niet gemaakt om alleen te blijven, hè). En toch meende ik het want ik besef heel goed dat ik veel van die dingen alleen maar wou om ‘grond’ te hebben en dat is uitstel zoeken, alles is tijdelijk. Omdat er al veel illusies doorprikt zijn in mijn leven en dankzij Pema’s concept van ‘positieve grondeloosheid’ heb ik geen (blijvend) ongemakkelijk gevoel meer bij onzekerheid en tijdelijkheid. Ik zeg niet dat ik geen van die dingen ooit nog wil maar ik ben er minder aan gehecht, minder in de greep van mijn verlangen naar zekerheid en dat geeft me een enorm gevoel van ruimte, van VRIJHEID.
Dit is ‘ooit’, dit is ‘later’! Dit is hét moment om tot de essentie te komen, geen uitstel meer! Ik kan rust ervaren zonder stabiele relatie en me thuis voelen zonder eigen huis en ik ben heel erg feilbaar en vooral tijdelijk en dat is helemaal oké. En dat is nu net wat dat gemeentehuis mij vandaag te vertellen had.
Pema Chödrön zegt, verwijzend naar één van haar leraren: “grondeloosheid voelt alsof je een vrije val doet en ineens beseft dat je geen parachute aan hebt, maar…”, zegt ze, “het goede nieuws is: er is geen grond !”
Winnie
We all win
let’s talk over a cup of coffee